Oud en nieuw

14-01-2021

De overgang van het oude naar het nieuwe jaar vieren we jaarlijks met veel tradities. Vuurwerk, oliebollen en champagne horen bij het feest. Het uitspreken van de beste wensen is ook een vaste gewoonte aan het begin van het nieuwe jaar. Wij hopen van harte dat 2021 voor ons allen een mooi jaar wordt.

Waarom vieren we eigenlijk oud en nieuw op 31 december en 1 januari?

Nieuwjaar wordt in Nederland sinds 1576 op 1 januari gevierd.
Het schijnt dat de oudste bewoners van onze streken, die geen echte kalender bezaten, tussen eind december en begin januari een midwinterfeest van twaalf nachten hielden. Dit heidense feest ging gepaard met dansen om grote vuren, gezang en veel herrie. Dit om de boze geesten weg te jagen.

De Romeinen op hun beurt lieten aanvankelijk het nieuwe jaar begin maart beginnen (de lente), maar vanaf 46 voor Christus, toen Julius Caesar de naar hem vernoemde Juliaanse kalender invoerde, werd dat 1 januari, de dag dat de nieuwe senaat werd geïnstalleerd.

Met de heropleving van het Latijn tijdens de Renaissance ging die datum voor steeds meer landstreken gelden, al probeerde de katholieke Kerk andere data in te voeren. Eerst stelde zij Pasen voor, daarna Driekoningen, vervolgens Kerstmis en ten slotte Sint Maarten; ook Maria Boodschap op 25 maart is nog in de aanbieding geweest. Al deze data hebben het echter niet gehaald.

“Dit heidense feest ging gepaard met dansen om grote vuren, gezang en veel herrie.”

Om aan de verwarring een eind te maken, bepaalde de Franse koning Charles IX in 1563 dat in zijn land nieuwjaar voortaan zou plaatsvinden op de eerste dag van de Juliaanse kalender. De Spaanse landvoogd Requesens deed hetzelfde per plakkaat op 16 juni 1575 voor de Lage Landen. Internationaal zou dit daarna ook de standaard worden.

Een landelijk oud en nieuw betekende nog niet dat de jaarwisseling overal op hetzelfde ogenblik plaatsvond. In de Middeleeuwen bepaalden kerkklokken het uur van de dag, waarvoor als basis diende: ‘high noon’ op de zonnewijzer bij de kerk. Van Oost- naar West-Nederland gaf dat een verschil van ruim tien minuten, maar bij een slordige of luie koster kon dat flink oplopen.

Verse oliebollen zijn al eeuwen(!) een populaire traktatie op oudjaarsavond in Nederland.
Bron: Nationaal Archief, CCO

Zolang het transportwezen nauwelijks tot ontwikkeling was gekomen, maakte het niet uit dat alle steden en dorpen een eigen tijd hanteerden. De Engelse Spoorwegen reageerden als eerste. Ten behoeve van een landelijke dienstregeling richtten zij zich vanaf 1840 op de Greenwich Mean Time, later uitgegroeid tot de mondiale maatstaf. De Nederlandse

Spoorwegen haakten hier in 1892 op in met de Amsterdamse Tijd, die op de Westertoren viel af te lezen.