Oorlogsdagboeken
30-07-2020
De tentoonstelling Stille Kracht vertelt over het dagelijkse leven in de Tweede Wereldoorlog. Persoonlijke herinneringen van mensen, die de oorlog hebben meegemaakt. In deze blog vindt u twee voorbeelden van oorlogsdagboeken uit de tentoonstelling.
Op de website kom je alles te weten over oorlogsdagboeken. Er zijn er honderden. Het bekendste is natuurlijk het Dagboek van Anne Frank, maar naast Anne Frank hielden nog vele andere Nederlanders tijdens de oorlog trouw hun dagboek bij: huisvrouwen, burgemeesters, winkeliers, artsen, NSB’ers. Samen geven deze dagboeken, vanwege hun authenticiteit, een indringend beeld van het leven in oorlogstijd.
Veel mensen hielden een dagboek bij. Zo ook Betsy J.A.M. Nagel- Tierolff. Ze schreef o.a. over haar gezin in de eerste weken van de bevrijding.
Bron: EGO/188, Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis
In de huidige tentoonstelling “Stille Kracht, de oorlog in de mens” van het Museum van de Vrouw zijn ook oorlogsdagboeken te vinden. De inhoud van deze dagboeken wordt ook regelmatig gebruikt bij onze posts op Facebook en Instagram. Hieronder volgen een paar korte stukjes uit twee dagboeken.
Uit het dagboek van Piet Noblesse:
“Zondag 29 oktober. Christus Koning! Niet naar de kerk geweest. Om 6 uur een geweldig mitrailleurvuur vanaf het kanaal tot Susteren. 7 uur weer rustig. Om 8.30 uur vliegen jagers richting Duitsland. 15 uur: granaten vallen in en rond Oud-Roosteren.”
“Donderdag 2 november: Granaten vallen in Oud-Roosteren. Kanonvuur richting Susteren. 18 uur: ik ben met een Duitse soldaat naar ons huis geweest om mijn studieboeken op te halen. Alles moest heel stil en rustig gebeuren omdat anders de Tommy ons zou horen. Ik kende ons huis en de omgeving niet meer terug. Huis met inhoud was totaal verwoest. In de schuilkelder lagen mijn boeken verspreid over de grond. De spullen, zoals klok, pendule, rekenliniaal en passerdoos en ik weet niet wat allemaal waren verdwenen. Heinz (de Duitse soldaat) en ik zochten de boeken bij elkaar en verwijderden ons zo stil als we gekomen waren. Ik had ons huis gezien: een hoop schroot!
19.30 uur: Veel vliegtuigen.”
“Ik dacht ik ben verraden en nu hebben ze me te pakken!”
Het dagboek is verder versierd met tekeningen. De teksten die belangrijk voor Piet waren, zijn met rood geschreven. Zoals de tekst “niet naar de kerk geweest”.
Uit het dagboek van kapelaan Engelen uit Maasbracht:
“Op een zaterdagavond rond 11.00 uur kreeg ik bezoek van een weluitgeruste troep Duitse soldaten, de schrik van mijn leven, zegt men wel eens en vluchten kon ik niet meer want ik had ze zelf binnengelaten. Ik dacht ik ben verraden en nu hebben ze me te pakken! Gelukkig liep het anders af, het waren eerw. Broeders in dienst van hun vaderland, wilden biechten en communiceren. Om half twaalf zat ik met hun in de kerk en na hen geholpen te hebben, zijn ze vertrokken en ik met een gerust hart naar bed.”
“Niet lang daarna hoorde ik weer onder mijn raam Duitse stemmen. Ik hoorde duidelijk zeggen: “Der kaplan müssen wir haben, der wohnt ja hier” Zij belden aan en ik liep naar boven en liet de huishoudster, mevr. Sniekers, de deur openmaken. Ik hoorde het gesprek en ik besloot meteen uit het raam te springen bij de buren op de binnenplaats. Ik heb daar tot middernacht gezeten en ben teruggegaan naar bed en heb naderhand niets meer van die soldaten gehoord. Ik weet nog niet of ze mij gevangen wilden nemen. Uit voorzorg verkoos ik echter voorlopig ergens anders te gaan slapen, bij Lies en Piet Beckers waar ik ook onderduikers had verborgen.”