Van kindermode tot draagbare kunst
07-03-2024
Stap in de creatieve wereld van kunstenares Hinke Luiten, waar naaien niet slechts een praktische bezigheid is, maar een artistieke ontdekkingstocht. Met 25 jaar ervaring in het maken van kleding van ongewone materialen zoals cd’s, centen, knopen, koffiecups en waxinelichthouders, laat ze zien hoe mode en kunst samenkomen in haar unieke creaties. Momenteel exposeert ze haar werk in het Museum van de Vrouw met de tentoonstelling “Anders kijken. Draagbare kunst van Hinke Luiten”. In deze blog duiken we dieper in haar fascinerende reis en ontdekken we de betekenis achter haar uitzonderlijke creaties.
Vroeger naaide ik kleding voor mijn kinderen, altijd net iets anders dan de standaard. Ik vond dat leuk werk, maar ik wilde ook graag geld verdienen. Daarom volgde ik de vierjarige ENSAID coupeuse-opleiding in de hoop een baan te vinden. Ik had namelijk ook geen zin meer om zelf het huishouden te doen en wilde graag een poetsvrouw inhuren. Na de opleiding lukte het me echter niet om werk te vinden. Mijn passie voor het maken van kleding bleef. Ik begon voor mezelf te werken, waarbij ik me toelegde op kleding met een uitdagend aspect: ongewone modellen of materialen zoals lak en leer.
Op een gegeven moment raakte mijn voorraad materiaal op en begon ik verder te zoeken. Zo zag ik in een tijdschrift een tas gemaakt van balletjes inpakplastic. Ik dacht bij mezelf: “Dan kan ik er ook wel een jas van maken.” Ik probeerde van alles uit en bijna alles lukte! Het materiaal was meestal gratis, maar voor stofjes, banden, bevestigingsmaterialen en sluitingen moest ik wel betalen. Ook de onderkleding en schoenen waren niet gratis. Bovendien gaf ik de voorkeur aan vreemde schoenen, zoals die van Iris van Herpen en Jan Jansen, waar ik een groot fan van ben.
Door mijn bekendheid werd ik gevraagd voor presentaties en modeshows. Ik verscheen ook op televisie, in kranten en tijdschriften. In 1997 ontving ik zelfs de Deventer Aanmoedigingsprijs, waarbij de burgemeester me zijn oude stropdassen aanbood om er kleding van te maken. Dus daar heb ik ook een jurk van gemaakt.
“Op een avond werd ik gebeld door iemand van De Nederlansche Bank en ze vroeg of ik een jas van 50-eurobiljetten wou maken.”
De modellen van mijn creaties werden bepaald door het materiaal. Zo kon ik bijvoorbeeld geen soepel vallend jurkje maken van bromfietsplaatjes, maar wel een stevige oliejas. Van centen heb ik een prachtige avondjurk gemaakt, net zoals van gebreid bandrecorderband en kleine stukjes cd’s. Ik merkte dat je gewoon door waxinelichtbakjes heen kunt stikken op de naaimachine, waardoor ik besloot er een hele japon van te maken met als sleep een oude klamboe. Overal zag ik mogelijkheden voor kleding in. Soms waren het dingen die ik niet zelf had en vroeg ik mensen om voor mij te sparen, zoals panty’s, koffiecups, computertoetsborden, Grolsch bierflesrubbertjes, centen, waxinelichthoudertjes, enzovoort. Soms werd het materiaal me aangeboden, bijvoorbeeld chirurgenhandschoenen uit het St. Jozef ziekenhuis, stalenboeken van de meubelopleiding van Saxion of knopen van de Deventer knopenfabriek. Ik verzamelde ook kapotgetrapte voetballen van Go Ahead Eagles, kapotte fietsbinnenbanden en autobinnenbanden bij Kwikfit. De mogelijkheden leken eindeloos!
De postbode-elastieken raapte ik op van de straat. Ook haalde ik ze bij het postkantoor op. Met een oproep kreeg ik massa’s oude sieraden aangeboden! Een berichtje in de Deventer Stentor dat ik 7000 Nederlandse centen zocht, leverde 80 reacties op! Soms haalde ik een paar centen op bij mensen thuis of ik nam die bij de deur in ontvangst, soms werden centen door de brievenbus gegooid, waarbij het zakje openging. Ik kreeg er in totaal 30.000! Meer dan genoeg. Mijn man zocht alle Wilhelmientjes ertussenuit, zodat ik die aan de rand van de jurk en de stola kon doen. Iemand gaf me vooroorlogse centen en vond het niet erg als ik daar een gaatje inboorde. Dan zag tenminste iemand ze..
Ik werd zelfs gebeld door een goed doel met de vraag of ik hun afgekeurde collectebussluitingen wilde hebben. Ik had geen idee wat ik ermee moest maken, maar zodra ik ermee naar huis reed, kwam vanzelf het idee in mij op. Net zoals een bedrijf mij eens een doos vol oud vreemd papiergeld opstuurde. Bij het openen overviel me het gevoel van een rijke koningsmantel. Wat ik er daarna mee maakte? Eerst probeerde ik hoe snel het kapot ging, of ik erin kon naaien en hoe het eruit zou zien als het nat werd.
Close-up van een jurk uit de tentoonstelling “Anders kijken”.
Brillenglazen waren ook een uitdaging. Hoe maak je daar een mooie avondjurk van? Ik begon er rondom gaatjes in te boren [hopend dat ze heel bleven], daarna haakte ik eromheen en tenslotte in model. Telkens als ik wat glazen aan elkaar had gehaakt, moest ik passen waar de volgende glazen moesten komen. Steeds weer mijn spijkerbroek uit, voor de spiegel staan en goed onthouden, want het moest wel goed aansluiten. Zo kwam het ook eens voor dat ik niet tevreden was en 8 uur werk uit moest halen, wat natuurlijk niet bepaald plezierig was. Aan de bewerkelijke creaties werkte ik meestal zo’n 3 maanden en die van singeltjes zelfs 6 maanden. Die laatste creatie staat nu in het RockArtmuseum in Hoek van Holland. Van scoubidoutouwtjes – die ik van Expo kreeg – knoopten mijn man en ik 8 maanden sliertjes, in de trein, thuis en op vakantie voor de tent. Helaas zijn sommige kleuren verkleurd, waardoor de jurk niet meer mooi is, net zoals de rubber handschoenenbontjas met 7000 vingertjes en die van postbode-elastieken. Pech. Maar van de 120 creaties die ik heb gemaakt zijn er nog genoeg over.
Op een avond werd ik gebeld door iemand van De Nederlandsche Bank met de vraag of ik een jas van 50-eurobiljetten wilde maken. Een rare vraag tijdens het tv kijken, maar het was een hele eer en erg leuk om te doen. En daar ben ik goed voor betaald, want voor de rest kreeg ik nooit geld. Gelukkig heb ik een man met een betaalde baan, waardoor ik me kon blijven uitleven. Na een vol huis en 25 jaar werk heb ik toch opruiming gehouden en ben gestopt met het maken van nieuwe creaties. De 50 eurojas was de kroon op mijn werk. Nu ben ik druk met mijn kleinkinderen en heb ik ook weer wat leefruimte terug in huis.
Ik ben trots op wat ik heb gemaakt en gedaan. Ik hoop dat jullie genieten van mijn unieke, bijzondere werkstukken.